Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet Fonds economische structuurversterking

 

Artikel 2
1
De ontvangsten van het fonds worden gevormd door:
a
41,5 procent van de niet-belastingontvangsten van de staat, verkregen uit de winning van koolwaterstoffen;
b
het bedrag dat overeenkomt met de rentelasten die bespaard worden als gevolg van het in mindering brengen op de staatsschuld van de in het derde lid omschreven opbrengsten;
c
inkomsten van de staat voortvloeiend uit of verbandhoudend met de aanleg of de exploitatie van de Betuweroute en de HSL-Zuid, tot ten hoogste het nominale bedrag uit het Fes dat is besteed voor de voorfinanciering van de geraamde private bijdragen in de aanleg;
d
andere door Onze Minister van Economische Zaken in overeenstemming met Onze Minister van Financiën voor het fonds te bestemmen inkomsten van de staat voortvloeiend uit of verbandhoudend met de aanleg of de exploitatie van de Betuweroute en de HSL-Zuid;
e
andere voor het fonds te bestemmen ontvangsten uit de winning van koolwaterstoffen;
f
het bedrag dat overeenkomt met de annuïteiten op basis van de opbrengsten van de hierna te noemen geveilde rechten, met een looptijd die overeenkomt met de voorziene looptijd van die rechten:
1
de verlening van het recht om bepaalde etherfrequenties te gebruiken, alsmede de verlening van het recht op het gebruik van analoge en digitale radio- en televisiefrequenties;
2
de verlening in het jaar 2000 van het recht om UMTS-frequenties te gebruiken.
2
Onder ontvangsten als bedoeld in het eerste lid, onder a, worden niet verstaan de ontvangsten van Energie Beheer Nederland B.V., meerjarige stand Miljoenennota 2002, voortkomend uit de verwerving van de certificaten Energie Beheer Nederland B.V.
3
Opbrengsten als bedoeld in het eerste lid, onder b, zijn:
a
ontvangsten van de staat, verkregen in verband met de overbelevering van aardgas door de Nederlandse Aardolie Maatschappij b.v. aan Brigitta Erdgas und Erdöl GmbH uit aardgaswinning in de Eemsmonding,
b
de opbrengsten van vervreemding van staatsdeelnemingen,
c
andere nader aan te wijzen ontvangsten uit het vervreemden van materiële en immateriële activa en rechten van de staat.
4
Onder ontvangsten als bedoeld in het derde lid worden niet verstaan:
a
de opbrengst van de verkoop van het Nederlands Omroepproduktiebedrijf n.v.;
b
de opbrengst van de verkoop van de aandelen in Netherlands Car b.v.;
c
de opbrengst van de verkoop van Roccade Informatica Groep n.v. voor zover deze het bedrag van € 181 512 086,44 niet overstijgt;
d
de opbrengst van de verkoop van aandelen die zijn verkregen bij wijze van dividend.
5
Bij de berekening van de te besparen rentelasten, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt uitgegaan van het rendement op langlopende staatsobligaties op de dag waarop de opbrengst wordt bijgeschreven op een rekening van het Rijk.
6
Bij de berekening van de te besparen rentelasten ten gevolge van het in mindering brengen op de staatsschuld van een opbrengst als bedoeld in het derde lid, onder b, worden afgetrokken de dividendinkomsten die genoten zouden worden indien de vervreemding of ontvangst niet zou hebben plaatsgevonden.
7
Indien opbrengsten als bedoeld in het eerste lid, onder e, als tijdelijke voorziening in het fonds zijn gestort in verband met vertraging in de in het eerste lid, onder b, bedoelde ontvangsten, kunnen deze bedragen op de in het eerste lid, onder b, bedoelde ontvangsten door Onze Minister van Economische Zaken in overeenstemming met Onze Minister van Financiën in mindering worden gebracht.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •